Na zijn studie Computer Science & engineering aan de TU/e werkte Edwin een aantal jaren bij een IT-bedrijf. Maar in 2015 koos hij voor het ondernemerschap en werd hij medeoprichter van MedApp. Dat is een startup die de kwaliteit van leven wil verbeteren voor mensen die medicijnen gebruiken. De basis is een app waarin gebruikers alerts instellen voor het innemen van medicijnen, een overzicht krijgen van hun medicatie en hun medicijnen thuis kunnen laten bezorgen.
Gebruikers kunnen in de app een beroep doen op informatie en expertise over hun medicatie. MedAapps groeit als de spreekwoordelijke kool. Inmiddels maken er tienduizenden mensen gebruik van.
Daarom doneren
Voor Edwin was doneren aan het fonds tijdens de Heroes for Heroes campagne logisch. Hij gaf op gevoel, zoals hij dat zelf zegt: “Ik draag de TU/e een warm hart toe. Ik heb er veel aan te danken en ik heb er een mooie tijd gehad. En ik ben een groot voorstander van echt goed onderzoek naar manieren om de wereld te verbeteren. “
Hij geeft een voorbeeld: “Stel dat ik Elon Musk’s miljarden zou hebben. Dan zou ik wel een beter plan hebben dan het kopen van Twitter. Ik zou het investeren in fundamenteel onderzoek naar zaken als kernenergie en fusie. Beide kunnen ons helpen om schoner te leven. Van fusie weten we dat het kan, alleen is de grote vraag: ‘Hoe zetten we het praktisch in?’. Het Europese onderzoeksbudget daarvoor is een schamele 5 miljard. Dat lijkt misschien veel, maar het is peanuts in vergelijking tot wat er echt nodig is. En het staat in schril contrast met wat er is besteed in de strijd tegen Corona. Dat probleem was dan weliswaar acuter, maar het veranderende klimaat gaat op termijn voor nog veel meer ellende zorgen.”
Studeren+
Edwin begon op de TU/e als een typische student: “Een vent van 18 die liever met de studententijd bezig was dan met studeren.” Hij was niet de enige. Veel mensen om hem heen haakten al snel af. “Maar na het tweede jaar ging ik meer doen naast mijn studie. Ik zat in het bestuur van de studievereniging, ik maakte studiereizen, deed mee in de medezeggenschapsraad. Met name in dat bestuur had ik veel te doen omdat er mensen uitvielen. Maar op de een of andere manier gaf al die drukte ook meer focus in mijn studie.”
De activiteiten buiten de colleges en de boeken om leerden hem een aantal vaardigheden waar hij nu nog plezier van heeft. Dat was volgens hem geen luxe. “De theorie en de toepassingen van je vakgebied leerde je op de TU/e wel, maar als directielid van een bedrijf heb je ook skills nodig die je niet in de collegebanken meekrijgt.”
De nieuwe generatie
Edwin kon zijn bedrijf bouwen op de kennis die hij opdeed op de TU/e. En op de ervaringen die hij meenam uit zijn andere activiteiten. Zijn advies aan de huidige generatie studenten is dan ook: onderneem iets buiten de collegebanken: “Ik zat destijds in een bestuur, maar nu heb je op de campus allerlei teams die technieken en producten ontwikkelen. Kijk maar eens naar LightYear. Dat komt toch maar mooi van onze universiteit af. Dus als je nu studeert: ga bij zo’n team. Je brengt je kennis in praktijk en je ontwikkelt nieuwe skills. Ook de sociale skills waar je later veel plezier van gaat hebben. Ontzettend waardevol.”
Boekhouden
Wat hij nog meer moest weten in zijn nieuwe rol als mede-eigenaar van een bedrijf, leerde hij vooral door het te doen. En mogelijk ergens tegenaan te lopen. Edwin: “Zoals boekhouden. Je wilt weten wat er speelt, maar zelf hoef je natuurlijk geen balans op te maken. Gelukkig had ik een minor Ondernemerschap gevolgd, dus ik wist er wel het een en ander van. Al had ik wel gewild dat ik er toen meer aandacht aan had besteed. Dus daar hebben we nog een advies: ook bij dit soort vakken goed opletten. Want je kunt op je 20ste wel denken dat je geen ondernemer wordt. Maar je kunt zomaar een kans zien en denken: die is voor mij.”
Denken in concepten
Een rol als leider betekent voor Edwin helaas ook dat hij wat meer afstand heeft tot de inhoud van zijn vak. Edwin: “Soms zou ik nog wel wat meer echt de diepte in willen gaan met bijvoorbeeld de architectuur van systemen. Op de campus was het theorie, maar nu de dagelijkse praktijk. En dan mis ik wel de actuele kennis en zie ik anderen doen waar ik voor heb geleerd. Het hoort bij mijn functie. En gelukkig heb ik tijdens mijn studie ook geleerd om conceptueel te denken. Zodat ik mee kan denken over de grote lijnen en die kan bewaken. En daar heb ik nog steeds heel veel plezier van.”