“Kortgeleden sprak ik een alumnus die net CEO was geworden van een bedrijf in de automotive branche. Nadat hij 20 jaar geleden aan de TU/e was afgestudeerd had hij weinig meer van zijn alma mater gehoord of gezien. Hij had dan ook echt geen idee van waar wij hier allemaal mee bezig zijn, dus namen we hem mee naar ons automotive lab. Hij wist niet wat hij zag. Je merkte meteen dat hij weer trots was op zijn alma mater. Bovendien zag hij meerdere kansen voor samenwerkingen met zijn bedrijf.”
Netwerken werkt
Met deze anekdote begint het gesprek met Robert-Jan Smits, voorzitter van het College van Bestuur van TU/e en o.a. bestuurslid van ons universiteitsfonds (UFe). Zijn verslag van het bezoek toont de kracht van netwerken, maar legt ook een probleem bloot dat TU/e lang parten speelde: het gebrek aan warm contact met haar alumni.
Robert-Jan erkent dat probleem en heeft er ook een verklaring voor: “TU/e is een wetenschappelijk instituut dat ingenieurs opleidt. Het zit dan ook in onze natuur om vooral naar de toekomst te kijken. Maar ons gezamenlijke verleden kan ons enorm helpen om in die toekomst nog meer vooruitgang te boeken. Als we met onze alumni in contact blijven, kennis met hen uitwisselen, samenwerkingen opzetten en hen vragen of ze donateur willen worden. Ik heb nog nooit iemand gesproken die zei dat ‘ie aan de TU/e een beroerde tijd had gehad. De meesten noemen hun studie hier de mooiste tijd van hun leven en willen maar wat graag iets terugdoen. Dat is een prachtige basis voor langdurige en vruchtbare relaties, maar die moet je dan natuurlijk wel onderhouden."
Boven op de ontwikkelingen
Onder leiding van Edith Snelders en Ton Backx zijn het Universiteitsfonds en het Bureau Alumnirelaties nu volop bezig zijn om de banden met onze alumni aan te halen. En volgens Robert-Jan doen ze dat geweldig: “We zagen al snel de eerste resultaten, bijvoorbeeld tijdens de Impact Nights. Dat zijn populaire en drukbezochte events, georganiseerd door het Universiteitsfonds. De donateurs van het fonds krijgen tijdens die avonden unieke inkijkjes in de projecten die zij mede helpen mogelijk te maken.”
Robert-Jan: “Dat is het soort event waar ik graag bij ben en waar ik steeds weer enorm trots vandaan kom. De wetenschappers komen daar zelf vertellen wat ze, mede dankzij het UFe, bereikt en ontdekt hebben, wat ze aan het doen zijn en waar dat toe gaat leiden. Als bezoeker kijk je mee naar de eerste fasen van onderzoek dat onze wereld gezonder en duurzamer gaan maken. Dat is toch prachtig?”
Succesvol en gelijkwaardig samenwerken
Robert-Jan: “Ook op die avonden maken we vaak opnieuw kennis met alumni. Daaruit volgen best vaak donaties of ontstaan er samenwerkingen. Daarom is het goed dat we nu de luiken meer dan ooit naar buiten openzetten, delen wat er allemaal speelt op de Campus en onze alumni actief uitnodigen. Hun donaties en de samenwerkingen helpen ons verder. Kijk maar eens naar wat we in onze geschiedenis samen met onze partners vanuit de industrie in de regio al bereikt hebben. “
Samenwerken zit in het DNA van TU/e. Robert-Jan, “Dat heeft natuurlijk veel te maken met onze geschiedenis. De mensen van Philips en DAF waren bij ons kind aan huis en andersom. Wij kunnen die bedrijven ook echt helpen omdat wij heel goed ‘out of the box’ kunnen denken. Wij kijken anders naar ontwikkelingen en hebben een gezond disrespect voor de status quo. Andersom helpen ze ons om ideeën verder te brengen en nieuwe richtingen te geven, zoals we bijvoorbeeld ook zien in onze samenwerkingen met het Catharina Ziekenhuis en het Maxima Medisch Centrum. Veel bedrijven in de regio en daarbuiten zien onze meerwaarde. Met hen werken we samen als gelijkwaardige partners. We lopen niet aan hun hand, maar we lopen samen op.”
ASML & Nokia
Als voorbeeld haalt Robert-Jan de samenwerking met ASML aan: “Zij vragen ons vooral ‘out of the box’ te denken en zeker niet te proberen wat zij met hun honderden onderzoekers veel beter kunnen: hun producten doorontwikkelen. Onze kracht ligt ergens anders: wij kunnen ze helpen aan compleet nieuwe concepten die voor hen de basis zijn voor innovaties. Het belang daarvan illustreer ik altijd met het Nokia-debacle: die zagen de doorbraak van een revolutionaire concurrent, de iPhone, niet aankomen. Met onze kennis, ervaring en creativiteit helpen wij onder andere ASML om zulke scenario’s ver voor te blijven. De samenwerkingen die de TU/e heeft met de grote bedrijven in Brainport geven ons dan ook de ruimte om de meest bijzondere en innovatieve projecten op te zetten.”
Partneren met ASML is om meerdere redenen logisch, volgens Robert-Jan. Niet alleen omdat TU/e en ASML in dezelfde regio opereren en omdat TU/e goed scoort op de competenties en skills die bedrijven als ASML nodig hebben, maar ook omdat een ruime meerderheid van de studenten na de opleiding in de regio blijft. Indirect borgen ze dus door middel van samenwerking met de TU/e de instroom van talent.
Fundamenteel onderzoek financieren
Tijdens één van de Impact Nights benadrukte Robert-Jan het belang van doneren aan het Universiteitsfonds. Robert-Jan: “Overheden en commissies die onderzoeksbudgetten toewijzen, geven soms briljante ideeën of fundamenteel onderzoek dat potentieel enorm bijdraagt aan talentontwikkeling, niet genoeg prioriteit. Wij richten ons daarom vooral op de mensen die de waarde voor de maatschappij wel zien en deze ideeën op waarde kunnen schatten: de ongeveer 55.000 alumni in onze database.”
Robert-Jan is erg blij met de resultaten tot nu toe. Tegelijkertijd vraagt hij zich ook af waarom doneren aan universiteiten en andere instituten hier veel minder ingeburgerd is dan in het land waar hij zelf studeerde: De Verenigde Staten: “Als je daar vermogend bent, geef je gul, bijvoorbeeld aan universiteiten. Dat is de gewoonste zaak van de wereld. En dan gaat het om donaties van een omvang die we in Nederland niet zien. Nou kun je deze twee landen niet vergelijken, maar ik zou een soortgelijke maatschappelijke toewijding aan ons wetenschappelijk onderwijs hier wel echt verwelkomen.”
Een doorkijkje naar de toekomst
Vooruitkijken blijft natuurlijk altijd voor een deel koffiedik kijken, maar Robert-Jan heeft wel een aantal ideale scenario’s voor het Universiteitsfonds en TU/e in gedachten: “We zijn al begonnen om innovatieve projecten zoveel en zo snel mogelijk te ondersteunen. Daarmee creëren we mooie voorbeelden van wat mogelijk is en die trekken weer nieuwe donateurs aan. Daarom hebben we ook stevige wervingsambities: we willen over 10 jaar zo’n 30 miljoen hebben opgehaald.
Robert-Jan sluit af met een meer persoonlijke noot: “De afgelopen jaren hebben veel alumni onze mooie universiteit herontdekt en we hebben zeer mooie bijdragen mogen ontvangen. Ik ben alle donateurs enorm dankbaar dat ze hun geld besteden aan wetenschap die streeft naar een betere wereld, maar ook aan hulp voor studenten die buiten hun schuld om in de problemen komen. Ik vind dat nobele beslissingen die veel respect verdienen.”