Dr. Fernanda Neira d’Angelo

Van idee naar inzet

Je hebt de Marina van Damme Award gekregen. Kun je vertellen waarom ze voor jou kozen?

Omdat ik volgens hen een brug sla tussen wetenschappelijk onderzoek en het bedrijfs- leven.

Een deel van het geld ga je besteden om als gast research te doen bij Kinetics Technology. Volgens jou hebben ze een gedegen onderzoeks­ agenda. Wat ga je daar onderzoeken?

Eigenlijk zou ik er nu moeten zijn. Maar Covid-19 heeft roet in het eten gegooid.

Het oorspronkelijke plan is om ideeën en ervaringen uit te wisselen over nieuwe technieken die zich richten op C02 reductie. Als het kan willen we dat naar een volgend niveau brengen. Eerst in een pilot en dan in de industrie.

Een van de opties die zowel Kinetics als ik erg zien zitten, is een synthese van waterstof als energiedrager. Maar in een ideaalscenario winnen we die waterstof niet uit natuurlijke gassen, maar uit duurzaam en niet-fossiel materiaal. In mijn PhD-onderzoek zat een mooi voorbeeld van een technologie om het uit biomassa te maken.

Bij Kinetics hebben ze die mogelijkheid nog niet verkend, maar ze boeken wel heel veel vooruitgang met het maken van waterstof- gas met de hulp van membranen. Tussen onze methoden zit een sterke synergie. Voor- onderzoek dat ik deed in mijn lab toonde dat al aan.

Maar er zit nog een wereld tussen iets demon- streren in een laboratorium en bedrijven ervan overtuigen dat het de moeite waard is om in te investeren. Dat is echt een uitdaging en Kinetics heeft daar veel ervaring mee.

“Als onderzoeker vind ik het geweldig om het grote enge onbekende minder eng en bekend te maken.”

Dus als ik straks alsnog naar Rome ga, bezoek ik hun installaties, spreek met het team en waarschijnlijk gaan we samen een aantal voorstellen schrijven om onze plannen in werking te zetten. En natuurlijk heb ik nog een paar nieuwe technieken waar ik hen in mee wil krijgen.

Kinetics zit in Rome. Zijn er geen ver­ gelijkbare organisaties in Nederland?

Er schieten me zo geen namen te binnen, maar Kinetics heeft de ervaring en de visie die bij mij en mijn werk passen. Bovendien zijn er nog 2 redenen om voor hen te kiezen:

Er loopt al een EU-project waarin mijn groep en Kinetics samenwerken, met als doel de uitwisseling tussen academici en het bedrijfs- leven te stimuleren. Dat project dekt een deel van de kosten voor mijn bezoek aan Rome. De Marina van Damme Award is een persoonlijke prijs, en die dekt nu de zorg- kosten die mijn familie moet maken tijdens mijn afwezigheid. En internationale samenwerkingen en verblijven in het buitenland helpen mijn academische carrière.

Werk je nu aan specifieke projecten?

Jazeker. Aan meerdere. Ik doe onderzoek naar technologie die duurzaamheid onder- steunt. Zo willen we van duurzame bronnen belangrijke chemicaliën als polymeren maken, bijvoorbeeld. En we zijn bezig met een project waarbij we bekijken of we CO2- uitstoot van fabrieken kunnen omzetten in brandstof voor auto’s. En dan is er nog het project waarbij we testen of we in plaats van hitte, elektriciteit uit duurzame bronnen kunnen gebruiken voor chemische processen. Ik doe dat natuurlijk niet allemaal alleen, maar samen met een groep studenten over wie ik de supervisie heb. En samen met andere onderzoekers met hun eigen expertise. Nieuwe technologieën ontwikkel je alleen als je met heel veel disciplines samen heel veel werk verzet.

Wat kan de rol van jouw vakgebied zijn in het bereiken van een echte circulaire economie?

Ik leen hierbij de slogan van de TU/e: “Where innovation starts”. Ik ben chemical engineer, gespecialiseerd in chemische reacties. Wij verkennen nieuwe concepten, experimenteren en laten zien dat het werkt. We proberen de wetenschap erachter  te  begrijpen, zodat die concepten kunnen verbeteren en ze van lab naar praktijk kunnen brengen. En bij die laatste stap hebben we dan weer bedrijven als Kinetics nodig.

“Als we naar het grote plaatje kijken is er gewoon geen andere weg dan vooruit.”

En hoe ziet jouw ideale rol in dat proces eruit?

Als onderzoeker vind ik het geweldig om het grote enge onbekende minder eng en bekend te maken. Ik krijg de kans om nieuwe techno- logieën te ontdekken en ze klaar te stomen voor de industrie. Om dat te doen is het heel belangrijk dat we weten wat die industrie wil. Dat is minstens zo’n grote uitdaging.

In een artikel zei je dat bedrijven de neiging hebben vast te houden aan conventionele middelen en metho­ den. Dat doen ze om economische zekerheid te hebben. Tegelijkertijd zeg je dat innovatie bedrijven juist een competitief voordeel kan geven. Waarom blijven veel bedrijven dan toch bij hun vertrouwde methoden, terwijl hun verstand iets anders zegt?

Het is natuurlijk niet zo dat alle conventionele technieken inefficiënt zijn. En de industrie zoekt ook wel naar de vooruitgang, maar wel in kleine stapjes. Als ze al iets doen. Ik denk dat bedrijven vooral zekerheid willen en dan liever blijven bij wat ze al kennen, zelfs als daar risico’s aan verbonden zijn. Want met die risico’s hebben ze immers al geleerd om te gaan.

Maar als we naar het grote plaatje kijken is er gewoon geen andere weg dan vooruit. We moeten andere bronnen aanboren om aan onze energie en materialen te komen. Er is gewoon niet genoeg olie voor de lange termijn. En het milieu kan die belasting ook niet dragen. Dus we zullen echt wel op zoek moeten naar nieuwe methoden en blijvende verandering.

Zou je je werk ook kunnen doen als je geen financiering uit bronnen als het Universiteitsfonds zou krijgen?

Mijn tijd is naast het doceren ook gewijd aan onderzoek. Voor academisch onderzoek heb je veel ingrediënten nodig. Passie en toe- wijding zijn van levensbelang. En natuurlijk hebben we geld nodig. Dat krijgen we via zogenaamde funding schemes van o.a. de EU en de NWO. Die betalen voor het onderzoek, voor de materialen en uitrusting, de studenten, etc. Zonder die financiering doe je dus niets.

Waarom is het Universiteitsfonds volgens jou belangrijk?

Standaard financiering betaalt de kosten van het onderzoek. Maar deze beurs loopt via het fonds en financiert iets anders. Iets dat minstens zo belangrijk is: mijn academische carrière. Het biedt me de kans om zichtbaarder te zijn en mijn netwerk te versterken. Want dat heb je allebei nodig als je een betere wetenschapper wilt  worden. Maar het helpt me ook en betere balans tussen mijn persoonlijke en professionele leven te bereiken. Want naast professionals zijn we ook vaak moeder, vader, echtgenote, partner, etc. Dat is een aspect dat we nog vaak ver- geten. We zijn mensen. Met persoonlijke én professionele dromen.

“Voor academisch onderzoek heb je veel ingrediënten nodig. Passie en toewijding zijn van levensbelang. En natuurlijk hebben we geld nodig.”