DIRK VAN MEER – TEAM CORE
Dirk is 22 jaar, teamcaptain van Team CORE én ambitieus. Niet primair om groots carrière te maken, maar in zijn streven om ook de meest taaie hindernissen op weg naar een duurzame wereld te overwinnen. En die ambitie uit zich in het project. Als captain van een team met daarin echt alle disciplines van de TU/e, heeft hij een bijzonder doel: het verwerken en upcyclen van afval dat nu niet of slecht gerecycled kan worden. En het veel effectiever en efficiënter recyclen van de kostbare metalen die we in onze elektronica vinden. Een deel van zijn financiering komt van de donatie van Hans Fischer, die we al eerder interviewden. Deze donatie is specifiek gericht op het deel van het project dat zich bezighoudt met ‘moeilijk afval’. En daar gaat dit interview over.
Vliegas
“Er zijn een aantal stoffen die we nu gewoon niet goed kunnen verwerken. Als je bijvoorbeeld brandvertragend plastic op ‘gewone’ temperaturen verbrandt, blijft er nog veel over. Vliegas is ook zo’n reststof, net als restanten van pyrolyse die lastig verder af te breken zijn. (Pyrolyse is een proces waarbij koolstofhoudend materiaal zeer sterk wordt verhit zonder dat er zuurstof bijkomt, waardoor de samenstelling verandert. De productie van houtskool is zo’n voorbeeld. Dichterbij huis: de automatische reinigingsmodus van elektrische ovens, waarbij vuil zo wordt verhit dat het afbreekt.) Die stoffen willen wij gebruiken om een oven mee te verwarmen. Dan heb je in het begin veel hitte nodig, maar daarna kun je redelijk makkelijk ‘bijstoken’, zoals je dat doet met de kolen in een stoomtrein.”
1450 graden
Waar een normale oven tot zo’n 900 graden komt, wil Dirk het kwik nog een paarhonderd graden verder laten stijgen. Tot 1450 graden om precies te zijn. “Want dan geeft zelfs brandwerend plastic, dat bijvoorbeeld in onze telefoons zit, het op. Het proces is nu grotendeels circulair. Wie wel eens plastic heeft zien branden, weet dat het schadelijk is voor het milieu. Dus de vraag is: wat gebeurt er met de uitstoot? “Die wassen we en vangen we op.”, aldus Dirk, “En het allermooiste van dit project is het restmateriaal dat hieruit komt. Dat kunnen we gebruiken om bijvoorbeeld tuintegels en potten te maken. Het is keihard en stevig. Dit is echte upcycling van allerlei lastige materialen.”
100% circulair is het nog niet. “En het zal ook nog wel even duren voor het zover is. Maar wij wilden alvast iets gaan doen. Want niks doen en wachten tot het ineens helemaal circulair is, is geen optie. Dan liever voor een groot deel circulair en doorontwikkelen.”
Industrieel
Dirk is pragmatisch. En hij kijkt vooruit. “We streven nu naar een fabriek in 2024. Als die draait en we kunnen bedrijven interesseren en aan ons binden, gaan we de winst van die fabriek gebruiken om ons systeem te perfectioneren. Zo komen we uiteindelijk vanzelf uit bij een volledig circulair systeem. Als je dit wilt doen, moet je het goed doen. Groot denken, op industrieel niveau. Want we kunnen alleen echt een verschil maken als we die schaal halen.” De eerste stappen richting een prototype oven zijn inmiddels gezet. In Dirk’s woorden ziet die eruit als een ‘grote, omgekeerde bloempot”. De hitte die vrijkomt, wordt weer aangewend om de kostbare metalen te smelten en te recyclen. De oven is mede dankzij de donatie van Hans Fischer straks realiteit. Maar Hans en het fonds zijn niet de enige sponsoren. Ook Prorail draagt bij, want de stoffen uit de oven zijn ook heel erg geschikt om er split mee te maken voor tussen en onder spoorrails. Dirk verwacht dat er veel branches zijn die met de producten uit hun oven uit de voeten kunnen. Want op die manier kunnen zij ook bijdragen aan een schonere planeet. “En zo is de cirkel rond. Zij echt schone grondstoffen, wij winst, wij innoveren verder en zo worden we samen circulair. Want wij willen niet greenwashen; willen echte vooruitgang. En daarbij moeten we grote stappen maken. Een voorbeeld: dat Shell zich nu aan strengere regels moet gaan houden, heeft meer impact dan de positieve bijdrage van alle vegans aan het milieu.”
Businesscase
Dirk heeft het zakelijke denken met de paplepel ingegoten gekregen. Zijn vader is ondernemer en nu ook de COO van CORE, het bedrijf dat de concepten van Team CORE werkelijkheid gaat maken en commercieel gaat exploiteren. Zelf wil hij nog geen C-level rol. “Ik ben nog te jong om dat fatsoenlijk in te vullen. Daarvoor moet ik eerst nog wat meer meters maken. En ik wil eerst nog veel leren van mensen als Hans Fischer.” Hij is blij dat die kansen op de TU/e geboden worden. “In deze regio en op de TU/e kan heel veel. Als ik als student een goed idee heb en ik onderbouw het, kan ik ermee bij een docent aankloppen en het balletje begint te rollen. Dat is toch geweldig?”. Dirk vindt het mooi dat donateurs als Hans Fischer doorgaan waar anderen hun pensioen pakken en achteroverleunen. “Hoe mooi is het, dat je na zo’n succesvolle carrière, waarin je zoveel bereikt hebt, nog steeds zegt “Ik ben er nog niet. Ik wil nog meer betekenen.”?”.
Deze regio = innovatie
Dirk ziet – net als vele anderen – de regio Eindhoven als het epicentrum van innovatie. “We zijn de provincie die zelfs in moeilijke tijden zwarte groeicijfers laat zien. We stellen jonge mensen in staat om de toekomst vorm te geven. Omdat we hier echt zijn ingesteld op investeren ‘van onderaf’; het helpen en in stelling brengen van de nieuwe generatie. Dat zie je nergens. En je kunt moeilijk onderschatten hoe knap dat is. Want dan moet je dus wel een jaar of 30 vooruit durven plannen. Want na zoveel jaar is het gewoonte geworden. 30 jaar! En dan zie je bijvoorbeeld bij Brainport ook de Brabantse inslag; dat samenwerken, elkaar iets gunnen. Bij veel initiatieven zie je dat vooral de bedenker de winst wil maken. Hier wil je dat de ander er ook iets aan verdient. Omdat je voelt en weet dat je samen verder komt. Ik zie dat verder nergens anders in Nederland.”
Alle disciplines van de TU/e. En een paar extra.
Net zo bijzonder als de ambities en de drive van Team CORE is de samenstelling. Letterlijk alle disciplines van de TU/e zijn erin verenigd. Bovendien is het aangevuld met mensen van Fontys en Avans en een aantal externe experts. Volgens Dirk maken die verschillende achtergronden en insteken het project zo succesvol. Bij een project van deze complexiteit kun je volgens hem niet te veel verschillende inzichten hebben: “Hier werken jonge mensen, oude mensen, WO’er, HBO’ers en externe experts aan dit project. Dat kan hier op de TU/e gewoon. Die ruimte is er hier. En het is goed voor je ontwikkeling als professional en wetenschapper. Want we kunnen heel goed specialismen creëren, maar als solist kom je niet ver. Samenwerken levert zo veel meer op. En zeker als al die disciplines samenwerken en elkaar inspireren. Buiten je comfortzone gebeuren de mooiste dingen.
Minister van innovatie
Een gesprek met Dirk schiet op een mooie manier alle kanten op. Zo komt ook zijn ministerschap ter sprake. Want de TU/e vroeg hem zitting te nemen in het studentenkabinet. En dat kwam voort uit zijn werk in de Innovation Space. Of hij ambities heeft om later een hoofdrol in de politiek te vervullen? Dirk “Er zijn maar een paar functies die ik zou ambiëren. Allemaal op posities waar je de lakens uit kunt delen. Ik ben meer een directeur dan een specialist. Ik moet boven de materie hangen. En net zoals bij de CEO-rol waar we het eerder over hadden; ik ben nog te jong om zo’n rol fatsoenlijk in te vullen. Bovendien is het ook meteen politiek. Elke dag sta je op om je werk te doen en je moet je steeds voorbereiden op weerstand. En ik wil me best verdedigen, maar als het meer tijd in beslag neemt dan mijn werk, bedank ik.”
Leren
Dus blijft Dirk voorlopig nog hier in Brabant. Al is het maar omdat hij na een week buiten de provinciegrenzen de worstenbroodjes al mist. En bovendien: “Ik wil nog veel meer nieuwe indrukken opdoen, mensen spreken, interviews doen, van mening kunnen veranderen en meer. Ik wil nog heel veel leren. En dat kan ik hier.”
Steun ook de projecten van de helden van de toekomst. Doneer aan het Universiteitsfonds en laat uw naam vereeuwigen op een bijzonder kunstwerk.